Autisme is een informatieverwerkingsstoornis die je hebt vanaf je geboorte en die je levenslang houdt. Mensen met autisme onderscheiden zich van mensen zonder autisme door een andere wijze van informatieverwerking. Dit is met name merkbaar bij het waarnemen en denken. Deze andere wijze van informatieverwerking is daardoor niet altijd direct in gedrag zichtbaar. Veel mensen met autisme hebben geleerd om hun stoornis te compenseren, zeker als ze over een bovengemiddeld intelligentieniveau beschikken. Het compenseren kost echter enorm veel energie.
Autisme (ASS) wordt veelal verklaard vanuit een drietal theorieën:
- De theorie van de Theory of Mind (ToM). Voor mensen met autisme is het moeilijk om zich te verplaatsen in wat een ander kan denken of bedoelen. Ze hebben moeite om impliciete boodschappen, bedoelingen en emoties te begrijpen.
- De theorie van de (zwakke) Central Coherence (CC). Voor mensen met autisme is het spontaan en flexibel toepassen van probleemoplossend denken erg lastig. Dit geeft moeilijkheden op het gebied van plannen en flexibiliteit. Mensen met autisme blijven vaker hangen in één oplossing en passen die dan regelmatig toe als ze geconfronteerd worden met een moeilijkheid. Studenten in het HBO en WO onderwijs kunnen over het algemeen sneller het scala aan oplossingen uitbreiden, wanneer zij goed begeleid worden en open staan om hiermee te oefenen.
- De theorie van de Planning and Executive Function (EF). Mensen met autisme hebben moeite om intuïtief en spontaan de samenhang tussen dingen en gebeurtenissen te zien. Het scheiden van hoofd- en bijzaken wordt hierdoor lastig en ook het toepassen van kennis en vaardigheden in een andere situatie, gaat niet vanzelf. Daarnaast is het koppelen van oorzaak en gevolg vaak een probleem.
En wat speelt er verder?
Vanwege de andere wijze van informatieverwerking ontstaan er bij mensen met autisme vaak problemen in de omgang en de communicatie met anderen. Opvallend vaak is er een stroefheid in gedrag en relaties. Samenwerken en contact leggen met anderen kan hierdoor lastig zijn. Mensen met autisme ervaren een bovenmatige hoeveelheid stress doordat er veel sprake is van verwarring, onduidelijkheid, aanpassingsgedrag en misverstanden. Dit kan het goed functioneren in de maatschappij en het succesvol doorlopen van een opleiding erg lastig maken. Wat kan leiden tot ernstige studievertraging en zelfs het niet behalen van een diploma. Hierdoor kan hun participatie in de maatschappij in het gedrang komen.
Veel mensen met autisme hebben een laag energieniveau, waardoor zij onvoldoende energie hebben om de hele dag belast te kunnen worden.
Autisme bij jongeren en jongvolwassenen met een bovengemiddelde intelligentie
Autisme komt voor op alle intelligentieniveaus. Door betere diagnosemethodieken en begeleiding op middelbare scholen worden steeds meer HBO- en WO-studenten met autisme geïdentificeerd. Waar de middelbare school nog een gestructureerde omgeving was, is het hoger onderwijs een chaotische omgeving, waar veel zelfstandigheid en zelfredzaamheid verwacht wordt. Ouders zijn hier geen gesprekspartner meer en hebben, over het algemeen, heel weinig zicht op hoe deze periode verloopt, waar informatie te vinden is en welke informatie nodig is. Daarnaast komt hun jongvolwassen kind pas in deze periode in de pubertijd. Voor ouders is deze periode een periode waar zij boven-gebruikelijke zorg moeten leveren en waar het hen vaak te veel wordt, waardoor zij in stressvolle situaties terechtkomen, met alle gevolgen van dien en de ouder-kind relatie onder druk komt te staan.
Wanneer de middelbare school met goed gevolg is afgesloten, ontstaat er een geheel nieuwe levensfase: de studietijd. Intelligente jongvolwassenen willen eindelijk vorm geven aan hun interesses en kiezen voor een studie op HBO- of WO-niveau. Cognitief een logische keuze, maar ook een logische keuze vanuit sociaal perspectief.
Jongvolwassenen met autisme en een bovengemiddelde intelligentie hebben veel potentieel om uiteindelijk te kunnen participeren in de samenleving. En voor jongvolwassenen zonder autisme en een bovengemiddelde intelligentie is het vanzelfsprekend dat zij een HBO- of WO-opleiding gaan volgen. Dat zou dus ook vanzelfsprekend moeten kunnen zijn voor hoge intelligente jongvolwassenen met autisme. Als deze studenten na afronding van hun opleiding kunnen participeren hebben zij de maatschappij zeer zeker wat te bieden.
Waar mensen met autisme in het algemeen al moeite hebben om te communiceren, ligt dit op een het niveau van “small talk” nog moeilijker. Zij praten veel liever en makkelijker over ingewikkelde zaken dan dat zij een ‘praatje pot’ doen. Het is voor velen best lastig te begrijpen dat iemand cognitief diens kalenderleeftijd ver vooruit is en hele verhandelingen kan houden over ingewikkelde onderwerpen en gelijktijdig in sociaal opzicht ver onder diens kalenderleeftijd functioneert en niet (goed) voor zichzelf kan zorgen. Toch is dit juist een belangrijke kenmerk van bovengemiddelde intelligente jongvolwassenen met autisme.
Door tijdens de jongvolwassenheid goede begeleiding te krijgen, kan iemand leren omgaan met autisme en strategieën ontwikkelen, zodat hij maatschappelijk kan blijven participeren, zowel tijdens als na de studie in zijn werkende leven. Mensen met autisme hebben hiervoor boven-gebruikelijke zorg nodig, normale (studie)begeleiding of woonbegeleiding is onvoldoende om uitval te voorkomen. Zij hebben specialistische begeleiding nodig zodat zij ondanks hun aandoening met hun mogelijkheden en talenten kunnen participeren in de maatschappij. Helaas zijn begeleidingstrajecten vaak lang maar uiteindelijk is niets onmogelijk.